Gildehoorn van het St. Lucas- of Schildersgilde, zijnde een buffelhoorn, met gegraveerd zilveren beslag, dat aan de punt eindigt in een bel en aan den mond versierd is met de wapens van Joost Stevensz., Wolf Henricks, Gyseberth Voet, Roelof Glas, Geert Lucas, Gielis Jacobsz., Jacques Maler, benevens het wapen van het St. Lucasgilde met het jaartal 1685.
Het benedengedeelte van dit beslag draagt het opschrift :
“Dits ’t gildenhoren tis aangeheeven om vrolick te leeven 1576 van Lucas Cornelus A°. 1585 weder opt nij niit elckxs naem hierbijverbetert dus coen.”
Drie banden omringen verder den hoorn. De middelste is met gegraveerd bloemornament versierd ; de beide andere dragen arabesken met medaillons, waarin de wapens der overheden ; op den breedsten rand vindt men die van:
Bartholt Kistemaker 86; Wolterus Chrachtz 86; Henricus Caerbeck 86; Henrick Borgersen 86.
Op den smallen rand tweemaal het wapen van Gerrit Borgersen.
Op den hoorn zijn voorts aangebracht vijf gegraveerde zilveren platen met de wapens van:
Een ketting verbindt het beslag aan de uiteinden van den hoorn
Bron: Bulletin Nederlandschen Oudheidkundigen Bond maart 1907