Hendrik Dekker

Hendrik Dekker werd geboren op 10 augustus 1891 in Nieuweroord gemeente Westerbork, zoon van Jan (Pieters) Dekker (weduwnaar van Lutje Vos) en Everdina Kooi (weduwe van Hendrik de Wolde).

 

 

Het gezin bestond uit 9 kinderen inclusief 2 stiefkinderen uit een eerder huwelijk van zijn vader. Zijn vader was landarbeider en overleed op 18 mei 1896.
 In 1892 verhuisde het gezin naar Tiendeveen naar een kleine boerderij en hadden ook een winkel. Zulke winkels waren om de paar kilometer op het platteland.

Hendrik was nog heel erg jong toen zijn vader overleed. Als een van de oudere kinderen en zonder kostwinner in het gezin moet het leven nogal zwaar zijn geweest voor hem.
Na slechts zes klassen lagere school ging hij werken als landarbeider om het gezinsinkomen aan te vullen.
Arbeidswetten bestonden rond de eeuwwisseling bijna niet en kinderarbeid op de leeftijd van tien of twaalf was destijds een geaccepteerd feit.
Hij verhuisde in mei 1910 van Tiendeveen naar Hoogeveen met zijn moeder, broer Jan en stiefvader Egbert Schonewille

 

Hij was twintig toen hij op 3-2-1912 in Hoogeveen trouwde met Hermanna Schonewille, dochter van Hendrik Schonewille en Alberdina Blokzijl.

Uit dit huwelijk:

1. Jan Dekker, geb. Hoogeveen 8 sept. 1912, † Meppel 26 juni 1946, tr. Hoogeveen 6 jan. 1940 Aaltje Uiterwijk Winkel, geb. Hoogeveen 8 mei 1916, † ald. 27 aug. 1985.

2. Alberdina Dekker, geb. Hoogeveen 16 jan. 1914, † ald. 17 aug. 1991, tr. Hoogeveen 14 maart 1942 Jan Vos, geb. Hoogeveen 10 maart 1917, † ald. 27 okt. 1995.

3. Everdina Dekker, geb. Hoogeveen 7 febr. 1915, † ald. 4 april 1915.

4. Everdina Dekker, geb. Hoogeveen 1 okt. 1916, † Beilen 20 febr. 2009, tr. Oosterhesselen 8 mei 1940 (echtsch. ingeschr. 18 juni 1997) Hendrik Veenstra, geb. Oosterhesselen 23 juli 1914, † Assen 6 febr. 1999.

5. Hendrik Dekker, geb. Hoogeveen 17 jan. 1918, † ald. 24 dec. 1995, tr. Hoogeveen 7 aug. 1943 Aaltje Martens, geb. Hoogeveen 6 mei 1921, † ald. 15 jan. 1995.

6. Dirkje Dekker, geb. Beilen 21 nov. 1920, † Hoogeveen 11 jan. 1997, tr. Hoogeveen 17 juli 1946 Jan Hartman, geb. Hoogeveen 14 mei 1921, † ald. 18 mei 1993.

7. Jan Otto Dekker, geb. Beilen 7 dec. 1921, † Zwolle 7 maart 2005, tr. Hoogeveen 14 mei 1948 Jantje Kip, geb. Hoogeveen 24 nov. 1923, † Harderwijk 26 april 2004.

8. Jacob Dekker, geb. De Wijk 1 juli 1923, † Rotterdam 8 mei 2006, tr. Hoogeveen 20 nov. 1948 (echtsch. ingeschr.) Hendrikje Veld, geb. De Wijk 14 febr. 1926, † Poortugaal 11 april 1984.

9. Hermanus Dekker, geb. Beilen 12 okt. 1924, † 5 dec. 2000, begr. Thamesville Canada, tr. Hoogeveen 28 juni 1950 Antonia Tjitske Zwolle, geb. Hoogeveen 6 sept. 1927, † 18 aug. 2009, begr. Thamesville Canada.

10. Hendrik Dekker, geb. Beilen 16 april 1926, † Delft 22 okt. 1997, tr. Zweeloo 20 aug. 1952 (echtsch. uitgespr. ald. 16 juni 1981) Hendrikje Lanting, geb. Zweeloo 29 dec. 1931, † Delft 21 okt. 2017.

11. Evertinus Dekker, geb. Beilen 17 juli 1927, † Rijswijk 13 juli 2001, tr. Haarlem 8 mei 1957 (echtsch. ingeschr.) Eveline Christina Van Gasteren, geb. Haarlem 9 jan. 1933.

12. Hendrikje Dekker, geb. Beilen 20 okt. 1928, † Marknesse 1 dec. 2017, tr. Hoogeveen 1 febr. 1950 (echtsch. ingeschr. ald. 14 febr. 1972) Cornelis Hermannus Rijnvis, geb. Hoogeveen 19 nov. 1928, Elektricien, † Dedemsvaart 4 jan. 2018, begr. Hoogeveen 9 jan. 2018, zn. van Cornelis Hermannus en Aaltje Post; hij hertr. Haarlem 24 maart 1972 Jantje Brans.

13. Roelof Dekker, geb. Westerbork 13 okt. 1930, † ald. 29 april 1932.

14. Hermanna Dekker, geb. Westerbork 4 dec. 1931, † Terneuzen 11 febr. 2022, tr. Leiden 27 jan. 1950 Jan Dierijck, geb. Rotterdam 6 april 1929, † Terneuzen 17 maart 2008.

15. Roelof Dekker, geb. Ruinen 22 juli 1933, † Zwolle 23 nov. 2003, tr. Hoogeveen 1 sept. 1954 Everdina Stuifzand, geb. Hoogeveen 18 dec. 1933.

Er was veel verschil in hun achtergrond. Hendrik groeide op het platteland en Hermanna groeide het grootste deel van haar leven op in een stad.
Hun religieuze achtergrond was verschillend omdat Hendrik gelovig was opgevoed en Hermanna door haar opvoeding liberaler was in haar denken. Dit bleek soms wanneer Hermanna na het lezen van de bijbel tijdens het avondeten vraagtekens zette bij iets dat werd voorgelezen. Een voorbeeld was dat ze het moeilijk vond te geloven dat de God van Israël zo wreed kon zijn en zoveel mensenlevens kon vernietigen, zowel volwassenen als kinderen. Tegenwoordig zouden we dat genocide noemen, maar Hendrik vond dat deze mensen verdienden wat de God van Israël had uitgedeeld.

In mei 1919 verhuisden Hendrik en Hermanna met 5 kinderen van Hoogeveen naar Tiendeveen en huurden ze een boerderij bij de brug naar het Kremboongbos
Hij was geboren en getogen op een boerderij en landbouw was zijn ideaal en het als zijn roeping beschouwde. Hij teelde winterrogge en hield kuikens om te laten opgroeien tot kippen.


Deze boerderij was te klein om van te leven en daarom had Hendrik een parttime baan bij de plaatselijke boterfabriek als pullenvaarder.
Hij hield van dat soort werk en het leverde ook het extra inkomen. Zijn taak was om langs een bepaalde route de melk op te halen bij boeren voor deze fabriek.
Dit gebeurde met een punter, een boot die puntige uiteinden had en in die tijd de praktische manier van transport was omdat het gebied ongeveer om de honderd meter een soort kanaal (wijk) had.
Deze kanalen zijn gegraven in de tijd dat er turf werd gegraven in een uitgestrekt gebied rond Hoogeveen, soms tot een diepte van enkele meters en werden later voor allerlei soorten van vervoer gebruikt.

De jaren twintig, dertig en veertig waren het hoogtepunt van de agrische bestaanswijze van Hoogeveense platteland. Voor veel bewoners op het platteland werd deze periode als een dieptepunt ervaren. De bevolking groeide, het aantal huishoudens werd gemiddeld groter door het groeiend aantal kinderen. Er moesten meer monden gevoed worden en in en om Hoogeveen was er weining werk op de te kleine boerderijen. Wat toen vanzelfsprekend was dat de kinderen na de lagere school gingen werken en niet gingen doorleren voor een beroep.

In maart 1930 verhuisden Hendrik en Hermanna met 12 kinderen naar de Geeserraai in Nieuweroord en huurden daar een boerderij van ongeveer vijftien hectare, wat in die tijd als groot werd beschouwd.

Op de boerderij stond een prachtig nieuw huis met grote stallen voor het vee en was het hele gezin nodig om te werken op de boerderij.
Maar het eerste jaar werd hun oudste zoon, die ook van de boerderij hield, opgeroepen voor het leger voor een heel jaar training. Een andere zoon, geboren in 1918 en klaar met school in 1931, weigerde op de boerderij te werken en geen van de dochters was geïnteresseerd in werk op de boerderij. Ze werkten als inwonend dienstmeisjes, wat ze liever deden dan werken op de boerderij.
In 1933 overleed de eigenaar van deze boerderij plotseling en omdat sommige afspraken tussen de eigenaar en Hendrik niet goed waren vastgelegd, werd de huur door de erfgenamen van de eigenaar van deze boerderij opgezegd.
De oorspronkelijke was eigenaar tevreden met een huurbedrag dat Hendrik kon betalen, wat beter was dan een leegstaande boerderij, terwijl de erfgenamen aandrongen op een huurbedrag wat Hendrik niet kon betalen vanwege de slechte economische omstandigheden.

In juni 1933 verhuist het gezin naar de Pesserdijk in Ruinen waar Hendrik een eigen boerderij kocht voor 4200 gulden. Dit was de droom van hem die in vervulling ging, zijn eigendom waarbij hij niet bezorgd hoefde te zijn voor huiseigenaren. Het verhuizen vanaf de Geesterraai naar Ruinen ging met een boot door de wijken en kanalen over het Linthorst Homankanaal, via de Drijberse hoofdvaart en de draaibrug in het centrum van Tiendeveen naar Ruinen vlakbij de Kremboongbrug.

Vaarroute verhuizing in 1933 van Nieuwlande naar Ruinen
Tijdens de tweede wereldoorlog moesten in februari 1943 alle mannen van 18 tot 35 jaar zich melden voor de verplichte Arbeitseinsatz in Duitsland.
De 5 nog thuis wonende zonen van Hendrik en Hermanna in die leeftijd waren actief in het verzet en meldden zich niet.
Dat betekende dat ze niet meer gewoon op straat konden lopen en bij eventuele controles zich moesten verstoppen.
De Duitsers wisten dat er een aantal zonen nog thuis woonden en bij een controle vertrouwde de Duitse commendant het niet en werd boos.
Door het rustig blijven van Hermanna en koffie te zetten voor de Duitsers liep het toen goed af.
In 1944 werden er razzias gehouden langs de huizen door de Duitsers en werden alle mannen van 16 tot 40 jaar opgepakt voor werk in Duitsland
Vanwege de razzias sliepen de zonen ‘s-nachts in een plaggenhut in het bos (Wijken van Eleveld) achter het huis.
Ze gingen met een bootje via de wijk de Dekkersgang naar de plaggenhut en werd hun eten vanuit het woonhuis door Hermanna gebracht,
Op 9 oktober 1944 wordt zoon Jan Otto tijdens een razzia gearresteerd om te gaan werken in de Duitse oorlogsindustrie.
Hij werd op transport gezet om te gaan werken op Helgoland, een eiland en strafkamp zonder prikkeldraad voor de Duitse kust bij Cuxhaven in de Noordzee.
Op 11 november 1944 moet hun zoon Herman zich melden voor een keuring voor de militaire dienst. Hij vertrekt naar Giessen in Noord-Brabant om te daar gaan werken als landbouwknecht.
Vanaf 18 april 1945 werd Helgoland door de Engelse luchtmacht gebombardeerd en werd de bevolking naar het vasteland geëvacueerd.
Tijdens de evacuatie wist Jan Otto te vluchten en dook hij onder bij een boer in Horneburg waar hij tot mei 1945 verbleef.

Hendrik en Hermanna kregen samen 15 kinderen waarvan er twee op jonge leeftijd overlijden. Een dochter overlijd kort na haar geboorte in 1915 en een zoon verdrinkt in 1932 tijdens een onoplettend moment in de wijk voor het huis aan de Geeserraai.

 

 

In mei 1948 koopt Hendrik een boerderijtje Pesserdijk D 70. Hiervoor tekent hij op 3 mei 1948 de koopakte bij notaris P.H. Fledderus in Hoogeveen.

Na het ondertekenen van de koopakte blijkt dat perceel van Pesserdijk D 72 ook door hem gekocht is.

 

.In 1952 biedt Hendrik Dekker Pessersdijk D72 te koop aan met een bijzondere voorwaarde

 

 

Gezin Dekker in 1950 wanneer Roelof vertrekt naar Nederlands Indïe en Herman naar Canada emigreert .

 

In juni 1956 verhuizen Hendrik Dekker en zijn vrouw naar de Fabrieksweg 6 in Hoogeveen.

 

In juli 1961 verhuizen Hendrik en Hermanna naar het bejaardencentrum Olde Kinholt in de Kemperstraat in Hoogeveen.

50 jaar huwelijksfeest Hendrik Dekker en Hermanna Schonewille februari 1962 met aanwezige familieleden

 

Vervolgens verhuizen ze september 1964 naar een eengezinswoning in de Gebr. Poststraat in Hoogeveen en daarna in 1969 naar de Beatrixstichting in de Alteveerstraat.

Op 28 augustus 1969 overlijdt Hermanna Schonewille en gaat Hendrik Dekker in maart 1970 bij zijn zus in de Prins Hendrikstraat 10 wonen en in augustus 1971 tot oktober 1973 alleen  wonen op Prins Hendrikstraat 4.

In 1973 gaat Hendrik weer terug naar het bejaardenhuis Olde Kinholt en overlijdt hij daar op 29 juni 1977.

Bronnen:
alledrenten.nl
delpher.nl
Beeldbank HKH